Maureen (55) werkt als projectmanager en is moeder van twee zoons. Haar leven was in balans. Ze voelde zich meestal energiek en was vrijwel nooit chagerijnig, totdat de overgang roet in het eten gooide. Het begon met kleine, onopvallende dingen: een keer een zweetaanval midden in een belangrijke presentatie op het werk en soms voelde ze zich uit het niets geïrriteerd. Langzaam namen die gevoelens toe. “Ik was altijd vrolijk en geduldig, maar opeens kon ik me over de kleinste dingen opwinden. Vooral thuis merkte ik dat ik mezelf niet meer was,” vertelt Maureen.
Haar oudste zoon, Jayden, heeft ADHD en woont nog thuis. Waar Maureen normaal altijd veel geduld voor hem had, raakte ze dat geduld tijdens de overgang steeds vaker kwijt. “De gesprekken die we vroeger hadden, veranderden in frustraties. Ik voelde me schuldig, want ik wist dat hij er niets aan kon doen, maar het lukte me niet om rustig te blijven. Zijn onvoorspelbaarheid botste enorm met mijn stemmingswisselingen.”
Ook op het werk begon Maureen te merken dat ze minder goed functioneerde. Ze was vaak afgeleid en haar stemming was onvoorspelbaar. “Mijn collega’s zagen ook dat ik veranderd was, en dat maakte het nog moeilijker. Gelukkig zaten sommigen van hen in dezelfde levensfase, dus we konden wel steun bij elkaar vinden. Toch voelde ik me vaak een vreemde in mijn eigen lichaam.”
Ik voelde me een vreemde in mijn eigen lijf.
Op een dag liep het uit de hand tijdens een teamvergadering. Maureen barstte in tranen uit na een kleine opmerking van een collega. “Dat was voor mij het moment waarop ik dacht: dit kan zo niet langer. Ik moet hulp zoeken.” Haar huisarts stelde antidepressiva voor, maar na enkele weken voelde ze zich nog slechter. “De bijwerkingen waren vreselijk. Ik was moe, kon slecht slapen en ik kwam snel aan. Het voelde alsof ik in een vicieuze cirkel terecht was gekomen.”
Maureen besloot zelf op onderzoek uit te gaan. Ze las verhalen van andere vrouwen die door dezelfde fase gingen en ontdekte de mogelijke voordelen van hormoontherapie. “Hoewel ik sceptisch was over hormonen, voelde ik dat ik niets te verliezen had. Ik wilde me weer mezelf voelen en in controle zijn over mijn emoties.”
Ze besloot haar huisarts opnieuw te benaderen en legde haar bevindingen voor. Haar huisarts was begripvol en stemde in. Na het bespreken van de risico’s en een bloedonderzoek begon Maureen met hormoontherapie. De eerste weken waren spannend, maar ook vol onzekerheid. “Ik vroeg me af of het zou werken, maar ik had geen andere keus. Na een tijdje merkte ik echter dat ik minder prikkelbaar was, mijn energie terugkwam en ik voelde me weer scherp.”
De verandering had een domino-effect op haar dagelijks leven. “Ik had weer geduld met Jayden, we konden weer normaal praten zonder dat het in ruzies eindigde. Hij merkte dat zijn moeder weer aan het lachen was. We begonnen zelfs weer samen te lachen om de kleine dingen.”
Ook op het werk voelde Maureen zich weer de zelfverzekerde projectmanager die ze was. "Mijn onzekerheid nam af en ik voelde me weer in control. Ook mijn collega’s zagen de verandering en waren blij voor me. Ze gaven me complimenten, wat mijn zelfvertrouwen ook weer ten goede kwam.”
Dankzij de hormoontherapie kreeg Maureen de energie en drang om ook op andere vlakken beter voor zichzelf te zorgen. “Ik begon met yoga. Normaal nam ik daar echt de tijd niet voor, maar ik merk dat ik er sterker door word en me er tegelijkertijd veel kalmer door voel, de hele dag door. Het brengt me de rust die ik tegenwoordig wat meer nodig heb.”
Tegelijkertijd merkte ze dat haar zoon zich ook beter ging voelen. “We praten nu veel meer over zijn ADHD, en ik voel dat ik hem de steun kan geven die hij nodig heeft. Onze band is hierdoor sterker geworden.”
Wat Maureen andere vrouwen zou willen meegeven? “Realiseer je dat de overgang een feit is, maar ook dat het je leven niet hoeft te bepalen.” Zelf kijkt ze weer met een positieve blik naar de toekomst. “Er zullen heus nog nieuwe uitdagingen volgen, maar ik weet nu hoe ik ermee kan omgaan. De overgang is een deel van mijn leven, maar het bepaalt niet wie ik ben.”