Hoogwaardige supplementen Wetenschappelijke informatie Praktische adviezen van experts
Insulineresistentie
Leestijd: ca. 4 minuten
Suzanne Rouhard
Suzanne Rouhard
(Menopauzespecialist)
Laatste update: 08-08-2024
Leestijd: ca. 4 minuten

Insulineresistentie in de overgang: wat zijn de signalen en wat kun je eraan doen?

Veel vrouwen krijgen tijdens de overgang te maken met een insulineresistentie: de cellen in je lichaam worden minder gevoelig voor het hormoon insuline. Wat is insuline precies? Waarom is de kans op insulineresistentie tijdens de overgang groter? En waar herken je het aan? Menopauzespecialist Suzanne Rouhard legt uit waar je op wilt letten. 

Geen zorgen: als je insulineresistent bent geworden, kun je daar van alles aan doen. 

Wat is insuline?

Als je iets eet, stijgt je bloedsuiker (glucose) en maakt je alvleesklier het hormoon insuline aan. Insuline speelt een cruciale rol bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel door glucose uit het bloed naar de cellen te transporteren, waar het wordt gebruikt als energiebron.  

Insuline zorgt er dus eigenlijk voor dat de suikers (koolhydraten) die je eet in de cellen worden omgezet in energie. 

Wat is insulineresistentie?

Als je insulineresistent bent, reageren je lichaamscellen niet goed op insuline. Daardoor is er meer insuline nodig om dezelfde hoeveelheid glucose naar de cellen te transporteren. Dit leidt tot een verhoogde insulinespiegel in het bloed. En als de cellen ongevoeliger worden voor insuline heeft dit invloed op het bloedsuikergehalte. Insulineresistentie kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, zoals diabetes type 2, hartziekten en obesitas, maar ook opvliegers.

Welke signalen wijzen op een insulineresistentie?

De volgende signalen kunnen duiden op een insulineresistentie: 

  1. Heb je een tekort aan energie (vooral een dip later in de middag)? 
  2. Heb je veel veel trek in zoetigheid? 
  3. Heb je behoefte aan iets zoets na het eten? 
  4. Heb je altijd iets te eten bij je, zoals een mueslireep, liga of iets anders met koolhydraten? 
  5. Kun je moeilijk afvallen? 
  6. Heb je depressieve gevoelens? 
  7. Heb je steelwratjes in de nek en/of rond de bh-band? 
  8. Heb je veel dorst en een droge mond? 
  9. Heb je een te hoog cholesterol en/of triglyceriden? 
  10. Heb je een hoge bloeddruk? 
  11. Heb je regelmatig eetbuien? 
  12. Voel je je duizelig/niet lekker bij het overslaan van een maaltijd? 
  13. Heb je vetopslag in je buikstreek? 
  14. Is je taille-heup verhouding groter dan 0,8? 

Het geslachtshormoon oestrogeen speelt een belangrijke rol bij de stofwisseling. Als de hormoonspiegels tijdens de overgang schommelen en dalen, kan dat de manier waarop het lichaam omgaat met insuline beïnvloeden. We zien dan ook dat mensen in de overgang gevoeliger zijn voor insulineresistentie.  

Ook andere factoren, die al dan niet gelinkt zijn aan de overgang, kunnen bijdragen aan een verhoogd risico op insulineresistentie, zoals een verlies van spiermassa (spieren zijn belangrijke verbruikers van glucose), gewichtstoename en buikvet, stress (het stresshormoon cortisol kan het glucosemetabolisme verstoren) en chronische ontstekingen in het lichaam. 

→ Studies hebben aangetoond dat vrouwen met insulineresistentie een grotere kans hebben om leptineresistentie te ontwikkelen, en omgekeerd. Dit zijn de signalen van leptineresistentie. 

En nu?

Gelukkig zijn er allerlei manieren waarop je insulineresistentie kunt aanpakken, en volgens sommige professionals zelfs volledig kunt terugdraaien. De focus? Dat zijn voeding en beweging. 

  • Eet vezelrijk. Vezels helpen de bloedsuikerspiegel stabiel te houden. Denk aan groenten, fruit, volkoren producten en peulvruchten. 
  • Vermijd suikers en snelle koolhydraten. Deze producten zorgen voor een piek in de bloedsuiker. Denk aan wit brood, witte pasta, witte rijst, koekjes, en mueslirepen.  
  • Kies voor gezonde vetten en eiwitrijk voedsel. Als je weinig koolhydraten eet, worden je cellen weer gevoeliger voor insuline. Kies voor gezonde vetten uit bronnen zoals noten, zaden, avocado's en olijfolie en eiwitten uit bijvoorbeeld tofu, vis, noten en peulvruchten.
  • Beperk je eetmomenten tot maximaal drie per dag. Minder eetmomenten zorgt voor minder pieken in je bloedsuikerspiegel. 
  • Probeer intermittent fasting. Uit onderzoek blijkt dat intermittent fasting helpt bij het reguleren van je bloedsuiker en insulineresistentie. 
  • Beweeg dagelijks en train twee keer per week je grote spiergroepen. Doe bijvoorbeeld de 7-minute training op een nuchtere maag. Dat verbetert de insulinegevoeligheid. 

Vermoed je dat je insulineresistent bent? Raadpleeg een arts. Een arts kan de diagnose stellen en je verder helpen met de juiste acties. 

Bronnen

  • Yaribeygi H, Maleki M, Butler AE, Jamialahmadi T, Sahebkar A. (2022). Molecular mechanisms linking stress and insulin resistance. PMID: 35368460. 

  • Monica De Paoli, Alexander Zakharia, Geoff H. Werstuck. (2021). The Role of Estrogen in Insulin Resistance: A Review of Clinical and Preclinical Data. https://www.sciencedirect.com

FAQ

Tips en advies

Why pause? Press play!