Veel vrouwen krijgen tijdens de overgang te maken met een insulineresistentie: de cellen in je lichaam worden minder gevoelig voor het hormoon insuline. Wat is insuline precies? Waarom is de kans op insulineresistentie tijdens de overgang groter? En waar herken je het aan? Menopauzespecialist Suzanne Rouhard legt uit waar je op wilt letten.
Geen zorgen: als je insulineresistent bent geworden, kun je daar van alles aan doen.
Als je iets eet, stijgt je bloedsuiker (glucose) en maakt je alvleesklier het hormoon insuline aan. Insuline speelt een cruciale rol bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel door glucose uit het bloed naar de cellen te transporteren, waar het wordt gebruikt als energiebron.
Insuline zorgt er dus eigenlijk voor dat de suikers (koolhydraten) die je eet in de cellen worden omgezet in energie.
Als je insulineresistent bent, reageren je lichaamscellen niet goed op insuline. Daardoor is er meer insuline nodig om dezelfde hoeveelheid glucose naar de cellen te transporteren. Dit leidt tot een verhoogde insulinespiegel in het bloed. En als de cellen ongevoeliger worden voor insuline heeft dit invloed op het bloedsuikergehalte. Insulineresistentie kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, zoals diabetes type 2, hartziekten en obesitas, maar ook opvliegers.
De volgende signalen kunnen duiden op een insulineresistentie:
Het geslachtshormoon oestrogeen speelt een belangrijke rol bij de stofwisseling. Als de hormoonspiegels tijdens de overgang schommelen en dalen, kan dat de manier waarop het lichaam omgaat met insuline beïnvloeden. We zien dan ook dat mensen in de overgang gevoeliger zijn voor insulineresistentie.
Ook andere factoren, die al dan niet gelinkt zijn aan de overgang, kunnen bijdragen aan een verhoogd risico op insulineresistentie, zoals een verlies van spiermassa (spieren zijn belangrijke verbruikers van glucose), gewichtstoename en buikvet, stress (het stresshormoon cortisol kan het glucosemetabolisme verstoren) en chronische ontstekingen in het lichaam.
→ Studies hebben aangetoond dat vrouwen met insulineresistentie een grotere kans hebben om leptineresistentie te ontwikkelen, en omgekeerd. Dit zijn de signalen van leptineresistentie.
Gelukkig zijn er allerlei manieren waarop je insulineresistentie kunt aanpakken, en volgens sommige professionals zelfs volledig kunt terugdraaien. De focus? Dat zijn voeding en beweging.
Vermoed je dat je insulineresistent bent? Raadpleeg een arts. Een arts kan de diagnose stellen en je verder helpen met de juiste acties.
Yaribeygi H, Maleki M, Butler AE, Jamialahmadi T, Sahebkar A. (2022). Molecular mechanisms linking stress and insulin resistance. PMID: 35368460.
Monica De Paoli, Alexander Zakharia, Geoff H. Werstuck. (2021). The Role of Estrogen in Insulin Resistance: A Review of Clinical and Preclinical Data. https://www.sciencedirect.com
Australian Menopause Centre. How to Live with Insulin Resistance https://www.menopausecentre.com.au/information-centre/articles/how-to-live-with-insulin-resistance/
National Institute of Diabetes and Digestive and Kidney Diseases (NIDDK). (2018). Insulin Resistance & Prediabetes https://www.niddk.nih.gov/health-information/diabetes/overview/what-is-diabetes/prediabetes-insulin-resistance
Als je insulineresistent bent, kun je diabetes type 2 ontwikkelen. Andere mogelijke gevolgen zijn: opvliegers, verminderd geheugen, overgewicht, hoog cholesterolgehalte, hoge bloeddruk en hartproblemen.
Insulineresistentie (ook wel prediabetes) is een voorstadium van diabetes type 2. Als je insulineresistent bent, is de kans op diabetes type 2 groter. Bij prediabetes is je bloedsuikerspiegel hoger dan normaal, maar niet zo hoog als bij diabetes type 2. Je kunt dus diabetes type 2 ontwikkelen als je insulineresistent bent. Goed om te weten: insulineresistentie is niet zichtbaar bij het bepalen van de bloedsuikerwaarde. Het is wel mogelijk om het te bepalen met een HOMA IR bloedwaardentest.
Met een vingerprik en een bloedsuikermeter kun je je bloedsuikerspiegel laten meten door de huisarts.