Incontinentie is voor veel vrouwen een ongemakkelijk onderwerp dat ze misschien liever voor zichzelf houden. Maar er is geen reden om je te schamen. Urineverlies is immers een symptoom dat bij de overgang hoort en gemakkelijk te verklaren door de hormonale veranderingen. Hoe komt het precies dat het moeilijk wordt om je urine op te houden? En wat kun je doen tegen urineverlies?
Ik had het al na mijn zwangerschap, maar nu gebeurt het te vaak: urineverlies. Het is zo ongemakkelijk dat ik me niet meer durf te kleden zoals ik wil. - Karin (53 jaar)
Hoewel klachten zoals opvliegers en slaapproblemen veel besproken worden, hoor je minder over incontinentie. Maar dat betekent niet dat blaasproblemen geen vaak gezien symptoom van de overgang zijn. Een studie van Kołodyńska, Zalewski en Rożek-Piechura (2019) schat dat tot 50 procent van alle vrouwen in de overgang te maken hebben met incontinentie.
Het moment waarop incontinentie optreedt, is voor iedereen anders. Over het algemeen begint de oestrogeenspiegel bij de start van de perimenopauze (zo rond je 40e en 45e levensjaar) langzaam te schommelen en te dalen. Tot aan de menopauze zet deze afname zich voort en in de postmenopauze stabiliseert de oestrogeenspiegel zich op een constant laag niveau.
Zonder gerichte training van de bekkenbodemspieren kan de kracht van de spieren in de loop van de overgang steeds verder afnemen, wat de incontinentie kan verergeren. En wist je trouwens dat men spreekt van ‘inspanningscontinentie’ als de druk op de blaas door lichamelijke activiteiten (zoals hoesten, niezen of lachen) zo sterk wordt dat er onvrijwillig urineverlies optreedt?
Incontinentie in de overgang is voornamelijk te wijten aan het verzwakken van de bekkenbodemspier, de spier die de blaas, darm en baarmoeder ondersteunt. Je bekkenbodemspier is verantwoordelijk voor het inhouden van urine door zich aan te spannen en helpt zo urineverlies te voorkomen, bijvoorbeeld wanneer je niest, springt, hoest of iets tilt. Tijdens het plassen ontspant de spier zich, zodat je je blaas kunt legen.
Het is normaal dat de bekkenbodemspieren verzwakken na een zwangerschap, maar ook naarmate je ouder wordt. En als je eierstokken tijdens de overgang steeds minder oestrogeen en progesteron produceren, kan de bekkenbodemspier (verder) verzwakken. Met name de afname van oestrogeen speelt hierbij een rol.
Oestrogeen is een belangrijk hormoon dat o.a. betrokken is bij de spiergroei en het herstel van je spieren. Als de oestrogeenspiegel in je lichaam afneemt, heeft dit dus gevolgen voor je spieren, waaronder je bekkenbodemspier. En niet alleen de bekkenbodemspieren verzwakken, ook de werking van het omliggende bindweefsel en de sluitspieren vermindert. Hierdoor kun je ongewild urine verliezen.
Tijdens de overgang kun je ook last krijgen van andere blaasproblemen, zoals vaker moeten plassen. Dit komt omdat het lichaam door de lage oestrogeenspiegels gevoeliger wordt voor verschillende irriterende stoffen in de urine.
Ook stijgt de pH-waarde in het vrouwelijke genitale gebied en worden de slijmvliezen minder goed doorbloed, wat wederom komt door de daling van oestrogeen. Hierdoor worden de slijmvliezen dunner, droger en gevoeliger. Dit maakt het voor bacteriën en ziekteverwekkers gemakkelijker om binnen te dringen, wat het risico op urineweginfecties, blaasontstekingen en vaginale schimmelinfecties vergroot.
Hoewel incontinentie of urineverlies in de overgang er voor veel vrouwen bijhoort, verdwijnen deze symptomen niet vanzelf. Wel kun je jouw bekkenbodemspieren trainen om je klachten zo veel mogelijk te verminderen:
Een gezonde leefstijl is belangrijk, maar soms kunnen voedingssupplementen net dat beetje extra geven. Bekijk welke supplementen jou kunnen ondersteunen tijdens de overgang.
Bekkenbodemoefeningen bieden een effectieve en langdurige oplossing voor incontinentie. De bekkenbodemspieren ondersteunen de blaas en sluiten de urinebuis af, waardoor ze helpen om urineverlies te voorkomen. Door regelmatig te oefenen, versterk je deze spieren, waardoor het risico op urineverlies afneemt.
Bekkenbodemoefeningen hebben mij geholpen om minder last te hebben van urineverlies. Ik doe ze gewoon via YouTube en plan er wekelijks tijd voor in. – Anna (62 jaar)
Er is nog niet voldoende wetenschappelijk bewijs dat hormoontherapie helpt bij incontinentie tijdens de overgang. Heb je naast incontinentie last van andere hevige overgangsklachten? Dan kan hormoontherapie (HST) wel een optie zijn. HST is een behandeling waarbij bepaalde hormonen tijdelijk worden aangevuld, wat hevige klachten kan verlichten. De behandeling wordt aangeraden voor vrouwen met onder andere opvliegers, een slechte nachtrust, vaginale droogheid en mentale klachten.
Voldoende bewegen en gezond eten vormen de basis voor een gezond lichaam en een zo soepel mogelijke overgang. Daarnaast kunnen supplementen bijdragen aan je algehele lichamelijke gezondheid.
Krijg de tools die je nodig hebt om relaxter door de overgang te gaan en je lichaam beter te begrijpen. Met tips en inzichten van experts en herkenbare verhalen van andere vrouwen. Press play, not pause.
Incontinentie ontstaat voornamelijk doordat je bekkenbodemspieren verzwakken (spieren die cruciaal zijn voor het inhouden van urine). Dit is het gevolg van de afname van het geslachtshormoon oestrogeen, dat onder andere helpt om je spieren te versterken en te herstellen.
Focus op het versterken van je bekkenbodemspieren. Dit kun je doen met gerichte oefeningen – zoek eens op YouTube naar bekkenbodemoefeningen. Plan hier wekelijks wat tijd voor in. Ook sporten waarbij je niet veel hoeft te springen of zware dingen moet tillen, helpen om je bekkenbodemspieren te versterken, zoals pilates, zwemmen of fietsen.
Als bekkenbodemspieroefeningen niet genoeg helpen, is het een goed idee om naar de dokter te gaan en te vragen om een verwijzing naar een bekkenbodemfysiotherapeut. Heb je daarnaast andere blaasproblemen, zoals vaak blaasontstekingen of pijn tijdens het plassen? Neem dan zeker contact op met een arts.